Op 12 jarige leeftijd kreeg ik een 127-spoel camera, 4x4cm, 12 opnames, voor mijn verjaardag.

Een Halina Roy, joost mag weten wat dat voor merk was, maar ik was er blij mee. Herinneringen vast leggen, al dan niet met flitsblokjes, die bij het doordraaien van de film mee draaiden en letten op het rode venster achterop, of het volgende opnamenummer verscheen.
Kleurenfoto’s waren niet echt mijn ding, veel te duur en enig idee van techniek had ik nog niet.Dat werd anders toen ik op 16 jarige leeftijd mijn eerste 35 mm camera kocht, een Ricoh 500G, een meetzoekercamera.

Hiermee ging een wereld voor mij open Deze camera had DIN/ASA instelling en kon films met verschillende gevoeligheid gebruiken, van 25 DIN/25 ASA tot 800 DIN/30 ASA.
Al snel leerde ik wat dit betekende, dus kon ik gaan spelen, alleen was het goedkoper om filmpjes van 36 in de camera te stoppen, dat scheelde in de prijs. De camera had sluitertijden om in te stellen en diafragmastanden, deze laatsten vroegen om meer uitleg, dus duurde het niet lang voor het eerste fotoboek in de kast stond. Een geweldige camera, maar ik wilde meer, de interesse was gewekt.

Een paar jaar later kwam mijn eerste spiegelreflex, een Ricoh (hoe kan het ook anders), betaalbaar en met de mogelijkheid om objectieven te verwisselen. Het duurde dan ook niet lang of ik had mijn uitrusting aangevuld met een groothoek en een tele.
Ik veranderde van baan en ging bij een fotohandel werken, mijn hobby werd beroep. Vele camera’s passeerden mijn handen, vele merken heb ik gezien van Zeiss Ikon, tot Agfa Click, van Canon tot Nikon en alles daartussen.
Vragen van klanten beantwoorden waarom er een stofje zit op die-en-die plek, de film zit vast, kan niet terugdraaien enz. Films ontwikkelen en foto’s laten afdrukken, soms pasfoto’s maken, van alles. Het leukste was om potentiële kopers het juiste advies te geven voor een aankoop, zodat ze tevreden de winkel uit gingen èn weer terug kwamen, zodat er accessoires uitgezocht werden. Je zag mensen groeien in een hobby, dankbaar werk.
Vele jaren later, inmiddels was ik werkzaam als huisman, maar niet gestopt met fotograferen, ben ik toch maar een beroepsopleiding gaan volgen, zodat ik als fotograaf aan de slag kon. Dat deed ik bij Fotoschool Statief, in Utrecht.
Het lastige was dat juist in die tijd de omslag plaatsvond van analoog naar digitaal en de fotografen meer moesten gaan doen. Bestond voorheen de workflow uit fotograferen- film laten ontwikkelen en afdrukken, vanaf nu was het fotograferen, maar moest ook de workflow hierna door de fotograaf gekend en gehanteerd worden, denk aan Adobe Photoshop en later Adobe Lightroom, nu samengevoegd in Adobe Creative Cloud.
De apparatuur veranderde, camerasensoren werden kleiner, de camera’s dus ook. LED verlichting deed zijn intrede, ook in flitsers. De sensoren werden steeds beter in oplossend vermogen en resolutie en bestanden kun je per direct via een app overzetten naar je smartphone, om direct naar de klant door te sturen.
De vraag naar geprinte media is sterk afgenomen, digitale bestanden, daar is vraag naar. Enkele uitzondering daargelaten, voor diegenen die geprinte of gedrukte versie kunnen waarderen, zowel commercieel als als herinnering.
Digitaal werk heeft deze dagen zijn nadelen, iedereen kan foto’s maken, de enkeling die er zijn beroep van kan maken, moet zich echt onderscheiden in creativiteit of veel uitgeven aan marketing. Het oude ambacht is bijna verdwenen, getuige ook de opkomst van AI, dat beelden kan maken zonder tussenkomst van een camera.
Ik blijf een klassiek fotograaf. Ik ga -bijna- nooit zonder camera op stap, zodat ik weet dat ik het moment of dè herinnering op zijn mooist vast kan leggen. Het gevoel van een camera is daarbij onmisbaar, de smartphone heeft die touch net niet.
